Artikelen en blog
Onderweg met de milieuzone.
Ontwikkelingen 2020
De maatregel richt zich vooral op (of tegen) duurzame, oudere dieselauto’s en moet (dreigende) overschrijdingen van grenswaarden voor fijnstof (PM₁₀, PM₂․₅, EC) en stikstofdioxide (NO₂) voorkomen. Ondertussen wordt ook het gebruik van schone(re) voertuigen of andere vormen van vervoer gestimuleerd. Elke gemeente deed dat op haar eigen manier.
Om uit oogpunt van begrijpelijkheid een grote diversiteit in milieuzones en bebording te beperken, is op 1 januari 2020 het Besluit van 29 oktober 2019 tot wijziging van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer en het Kentekenreglement in verband met de harmonisatie van milieuzones (hierna: het ‘Harmonisatiebesluit’) in werking getreden₃. Gemeenten met een milieuzone zullen daar in de periode tot 29 oktober 2020 uitvoering aan gaan geven. In dit artikel wordt ingegaan op het ontstaan van de diversiteit in milieuzones, de hoofdlijnen van de nieuwe harmonisatie, aandachtspunten en nuanceringen bij het instrument, nul-emissiezones, de compensatiemogelijkheden en de handhaving. Ik sluit af met enkele ideeën voor de dieselrijder.
In de rechtspraak wordt aan het college beleids- en beoordelingsruimte gelaten bij het nemen van verkeersbesluiten als milieuzones₅. Op grond van art. 21 BABW dient de motivering van het verkeersbesluit in ieder geval de beoogde doelstelling(en) te bevatten. De aan het besluit ten grondslag gelegde belangen, bedoeld in art. 2 lid 1 en 2 WVW 1994, moeten worden aangegeven en er moet inzichtelijk zijn gemaakt op welke wijze de belangen tegen elkaar zijn afgewogen₆. Daaronder vallen het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade en de gevolgen voor het milieu. Vanuit milieuoverwegingen is behalve fijnstof (PM₁₀, PM₂․₅, EC) en stikstofdioxide (NO₂) ook de CO₂-uitstoot een aandachtspunt. In het Urgenda-arrest is de Staat bevolen vaart te zetten achter het tegengaan van klimaatverandering₇. In dat verband moet worden bedacht dat de CO₂-uitstoot van een diesel in een lagere emissieklasse vaak lager is zijn dan bij een benzineauto van een vergelijkbaar type in een hogere emissieklasse.
Voertuigen met een zeer beperkte actieradius – zoals brom- en snorfietsen – zijn vanwege hun sterk lokale karakter niet meegenomen in de harmonisatie₉. Daarnaast werd het niet nodig gevonden de milieuzone te laten gelden voor sterk vervuilende benzineauto’s omdat het aantal beperkt is en verder afneemt₁₀ (hetgeen voor dieselauto’s evengoed geldt₁₁). Het instrument van de milieuzone is in feite gericht op (of tegen) de werkpaarden die hun kilometers meestal buiten de stad afleggen, namelijk de voertuigen met een dieselmotor. Het geharmoniseerde systeem is gebaseerd op de emissieklasse daarvan₁₂ (via het kenteken te raadplegen op https://www.rdw.nl/).
Met de harmonisatie wordt de betekenis van verkeersbord C22a – een rond wit bord met een rode rand en de tekst ‘milieuzone’ – verruimd en zal behalve voor vrachtauto’s met een dieselmotor ook kunnen gelden voor personen- en bedrijfsauto’s en bussen op diesel. Met een onderbord wordt aangegeven op welke categorieën voertuigen de zone van toepassing is en aan welke emissieklasse deze voertuigen minimaal moeten voldoen om de milieuzone in te mogen rijden (toegangsregime)₁₃.
Die toegestane emissieklasse wordt behalve met een getal ook met een kleur aangeduid: geel voor emissieklasse 3, groen voor emissieklasse 4, blauw voor emissieklasse 5 en paars voor emissieklasse 6. Per 1 januari 2022 en 1 januari 2025 worden die minimale emissieklassen verhoogd om toe te werken naar steeds schonere lucht.
Bij het verkeersbesluit dient de gemeente de effectiviteit en proportionaliteit van de milieuzone te onderbouwen en de gevolgen voor de inwoners en weggebruikers daarbij te betrekken. In dit verband kan de actuele luchtkwaliteit worden nagegaan op www.luchtmeetnet.nl. Vervolgens is het causaal verband tussen luchtkwaliteit en verkeer (dieselauto’s) relevant. Informatie over luchtvervuiling en gezondheidseffecten – gebaseerd op vele onderzoeken – is te vinden in het rapport ‘Review of evidence on health aspects of air pollution’ van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO, 2013)₁₄. Met het oog op de snelle daling van schadelijke stoffen is ‘afstand houden tot de weg’ volgens dit rapport de beste maatregel om gezondheidsschade te voorkomen. In verband met de proportionaliteit zou bijvoorbeeld kunnen worden gekeken naar de omvang van het gebied (minimaal), de sociale gevolgen voor individuen en de economische gevolgen voor ondernemers in het gebied. De overheid behoort geen mededingingsproblemen te veroorzaken. Ook moet rekening gehouden worden met de vrijheid van ondernemerschap (art. 16 Handvest EU), de bestaanszekerheid (art. 20 Gw) van dieselautobezitters en de Dienstenrichtlijn₁₅, waarvan hoofdstuk III ook op een zuiver interne situatie van toepassing is₁₆. Bij de besluitvorming dient de gemeente ook het instrument milieuzone af te wegen tegen andere maatregelen die de luchtkwaliteit kunnen verbeteren₁₇. Een lastig punt is wellicht dat de harmonisatie voor de toegang tot milieuzones voor personenauto’s en bestelauto’s een gelijk regime hanteert, omdat zij van een vergelijkbare motor zijn voorzien₁₈. Een vergelijkbare motor maakt de proportionaliteit en effectiviteit van de maatregel voor die categorieën nog niet vergelijkbaar. Een milieuzone voor personen- en bestelauto’s treffen we in Arnhem en Utrecht. Met het oog op de harmonisatie en na een dieselverbod en een sloopregeling heeft het College van B & W van de Gemeente Rotterdam besloten deze categorieën dieselauto’s uit oogpunt van effectiviteit en proportionaliteit weer toe te laten₁₉. De Gemeente Amsterdam had al een milieuzonebeleid voor bestelauto’s en wil dit doortrekken naar personenauto’s₂₀.
Met de harmonisatieregeling kan een gemeente nog steeds een de milieuzone voor alleen vrachtauto’s, voor alleen bussen of voor een combinatie van vrachtauto’s en bussen hanteren₂₁.
Over het ontwerpverkeersbesluit kan een zienswijze worden ingediend. In vervolg op het definitieve besluit kan beroep worden ingesteld bij de rechtbank. Het is nu afwachten welke ontwikkelingen de harmonisatie brengt in de uitspraken van de rechter.
Met het Harmonisatiebesluit zijn kampeerwagens (campers) binnen de woonplaats van de houder, voertuigen van veertig jaar of ouder (klassiekers, oldtimers), bij de RDW specifiek geregistreerde rolstoeltoegankelijke voertuigen en specifieke vrachtauto’s vrijgesteld van de milieuzone₂₂. Dit is opgenomen in art. 86d lid 5 RVV 1990. Voor voertuigen van veertig jaar of ouder verwijst het Harmonisatiebesluit naar het bredere begrip ‘mobiel erfgoed’, als bedoeld in de Memorie van Toelichting bij de Erfgoedwet. Er wordt in Nederland een grote diversiteit aan mobiel erfgoed voor toekomstige generaties behouden. Het is een bron van het verhaal over onze geschiedenis. Als er af en toe een oldtimer in het straatbeeld verschijnt, is het verleden weer even zichtbaar en dat versterkt ons cultureel en historisch besef₂₃. De oude diesel die aan sloopregelingen ontkomt, kan het verhaal van onze (motor)rijtuigengeschiedenis aanvullen en doorvertellen.
Eigenaren van andersoortige (bijzondere) voertuigen kunnen bij hun gemeente een ontheffing op grond van art. 87 RVV 1990 aanvragen voor milieuzones. Die wordt in elk geval verleend voor voertuigen die voor minimaal € 500,00 zijn aangepast in verband met een handicap (art. 86d lid 6 sub a RVV 1990). Van grote meerwaarde is dat deze ontheffingen met de harmonisatie landelijke werking hebben gekregen, dat wil zeggen dat een verleende ontheffing wordt overgenomen door overige gemeenten met een milieuzone₂₄. Ontheffingen ex art. 86d lid 6 sub b RVV 1990 voor bijvoorbeeld kermiswagens, exceptioneel transport en verhuisauto’s zullen via een loket van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland worden geregeld₂₃: https://www.rvo.nl/.
Meer informatie en actuele ontwikkelingen zijn te vinden op de website https://www.milieuzones.nl/.
Burgers die door rechtmatig overheidshandelen in vergelijking tot anderen onevenredig zwaar worden getroffen, dienen op grond van het ‘égalité devant les charges publiques’-beginsel een redelijke compensatie te ontvangen. Tot op zekere hoogte moeten nadelige gevolgen die burgers en bedrijven ondervinden van bijvoorbeeld een verkeersbesluit worden geaccepteerd. Inmiddels is aanvaard dat schade die door rechtmatig overheidshandelen is ontstaan en die buiten het normale maatschappelijke of normale bedrijfsrisico valt, voor vergoeding in aanmerking komt. Het beginsel strekt ertoe de lasten van overheidsoptreden gelijk over de burgers te verdelen₂₈ en vinden we terug in art. 4:126 Awb (nadeelcompensatie). Waar compensatie voor onevenredig nadeel ontbreekt, is de rechtmatigheid van het overheidshandelen in het geding₂₉.
Ook art. 1 EP EVRM kan een grondslag bieden voor (gedeeltelijke) vergoeding van de schade. Dit artikel geeft een ieder recht op het ongestoord genot van eigendom. Het eigendomsbegrip wordt hier ruim opgevat en omvat ook rechten en belangen met een economische waarde. Eigendom mag alleen worden ontnomen in het algemeen belang en onder de voorwaarden voorzien in de wet en in de algemene beginselen van internationaal recht. Eigendom mag ook worden gereguleerd als dat in het algemeen belang is. Bij ontnemings- en reguleringsmaatregelen dient een ‘fair balance’ te worden gerespecteerd₃₀ tussen de eisen van het algemeen belang van de gemeenschap enerzijds en de bescherming van de fundamentele rechten van het individu anderzijds. Daarbij geldt ook dat de inbreuk niet mag resulteren in een ‘individuele en onevenredige last’₃₁. Verder dient er (2) een redelijke mate van evenredigheid te zijn tussen de gebruikte middelen en het doel dat wordt nagestreefd₃₂ en (3) moet worden meegewogen in hoeverre aanspraak bestaat op vergoeding voor de inbreuk op het eigendomsrecht₃₃. Deze grondslag heeft een ruimere werking dan het égalité-beginsel₃₄. Als preventie van schending onmogelijk is, dient ‘adequate redress’ te worden verleend₃₅, dat wil zeggen een geschikt rechtsherstel.
w w w . l e g a l a n c e . n l
₂ Wegverkeersbesluit Maasvlakte Euro VI 2014 d.d. 22 mei 2012 (of zoals nadien gewijzigd).
₃ Stb. 2019, 398.
₄ Advies Raad van State inzake het ontwerp van een algemene maatregel van bestuur tot wijziging van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (enkele technische aanpassingen) (Stcrt.2017, 28131, p. 3-4).
₅ Bijv. ABRvS 18 juli 2012, ECLI:NL:RVS:2012:BX1845.
₆ Bijv. ABRvS 8 februari 2017, ECLI:NL:RVS:2017:300, r.o. 5.1 en Rb. Amsterdam 29 november 2017, ECLI:NL:RBAMS:2017:8753, r.o. 3.2.3.
₇ HR 13 september 2019, ECLI:NL:PHR:2019:887 (Urgenda/Staat)
₈ Stb. 2019, 398, p. 14.
₉ Stb. 2019, 398, p. 14-15.
₁₀ Stb. 2019, 398, p. 14.
₁₁ < https://www.cbs.nl/nl-nl/maatschappij/verkeer-en-vervoer/transport-en-mobiliteit/infra-en-vervoermiddelen/
vervoermiddelen/categorie-vervoermiddelen/personenauto-s >
₁₂ Stb. 2019, 398, p. 15, 17.
₁₃ Stb. 2019, 398, p. 14.
₁₄ < https://www.euro.who.int/__data/assets/pdf_file/0004/193108/REVIHAAP-Final-technical-report-final-version.pdf >
₁₅ Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 12 december 2006 betreffende diensten
op de interne markt (PbEU L 376).
₁₆ HvJ EU 30 januari 2018, ECLI:EU:C:2018:44 (Visser Vastgoed).
₁₇ Stb. 2019,398, p. 14.
₁₈ Stb. 2019, 398, p. 17.
₁₉ Stcrt. 2019, 67849.
₂₀ Stcrt.2020, 1173.
₂₁ Stb. 2019, 398, p. 15.
₂₂ Stb. 2019, 398, p. 18-19.
₂₃ De meerwaarde van cultureel erfgoed wordt in de Memorie van Toelichting bij de Erfgoedwet kernachtig samengevat: “Cultureel erfgoed is belangrijk voor onze sociale en fysieke leefomgeving. Het is de bron van het verhaal over de geschiedenis van Nederland: het maakt het verleden zichtbaar en versterkt zo ons cultureel en historisch besef. We voelen ons door ons cultureel erfgoed verbonden met elkaar en met het verleden en daardoor ontlenen we er ook in belangrijke mate onze identiteit aan. Cultureel erfgoed biedt ankerpunten om het heden te begrijpen en om over de toekomst na te denken. Het genereert herinneringen, vertelt verhalen en maakt deze tastbaar.” (Kamerstukken II 2014/15 34109, 3, p. 3).
₂₄ Stb. 2019, 398, p. 19.
₂₅ Stb. 2019, 398, p. 19.
₂₆ Stb. 2019, 398, p. 15-16.
₂₇ Stb. 2019, 398, p. 21.
₂₈ Kamerstukken II 2010/11, 32 621, 3, o.a. p. 7, 12, 13.
₂₉ Vergelijk HR 18 januari 1991, ECLI:NL:PHR1991:AC4031, ECLI:NL:HR:1991:ZC0115 en HR 30 maart 2001, ECLI:HR:2001:AB0801.
₃₀ EHRM 28 september 2005, 311443/96, EHRC 2005/110 (Broniowski/Polen).
₃₁ EHRM 23 september 1982, 7151/75 & 7152/75 (Sporrong en Lönnroth/Zweden) § 69, en EHRM 21 februari 1986, 8793/79 (James e.a./ Verenigd Koninkrijk), § 50.
₃₂ EHRM 5 januari 2000, 33202/96, NJ 2000, 571 (Beyeler / Italië), § 114. In EHRM 23 november 2000, 25701/94 (The Former King of Greece and Others / Greece) wordt gesproken over een “disproporionate burden on the applicant” (§ 89).
₃₃ EHRM 15 november 2005, 44302/02 (J. A. Pye (Oxford) Ltd./Verenigd Koninkrijk). Zie ook HR 16 november 2002, NJ 2002, 469 (Varkensrechten) waarin een samenvatting wordt gegeven van de wijze waarop het EHRM toetst op proportionaliteit in de rechtsoverwegingen 6.2.2 en 6.2.3. Zie ook EHRM, 8 juli 1986, 9006/80 (Lithgow e.a./Verenigd Koninkrijk) , § 120: “Clearly, compensation terms are material to the assessment whether a fair balance has been struck between the various interests at stake and, notably, whether or not a disproportionate burden has been imposed on the person who has been deprived of his possessions.”
₃₄ Kamerstukken II 2010/11, 32 621, 3, p. 18-19.
₃₅ EHRM 6 september 1978, 5029/71, par. 64 (Klass e.a./Duitsland); EHRM 15 januari 2009, 33509/04, par. 97 (Burdov2 / Rusland).
₃₆ Bij het constateren van een overtreding is sprake van geautomatiseerde besluitvorming in de zin van art. 22 Algemene Verordening gegevensbescherming (AVG).
₃₇ Kamerstukken II 2013/14, 28684, 402, p.2-3.
₃₈ Stb. 2019, 398, p. 20.
₃₉ Hof Arnhem-Leeuwarden 14 juni 2018, ECLI:NL:GHARL:2018:5537, r.o. 8-11 onder verwijzing naar de brief van het College van Procureurs-generaal d.d. 12 april 2011.
₄₀ Hof Arnhem-Leeuwarden 14 juni 2018, ECLI:NL:GHARL;2018:5537, r.o. 15-17.
₄₁ Hof Arnhem-Leeuwarden 19 december 2018, ECLI:NL:GHARL:2018:11042, r.o. 7-8.
Disclaimer
De artikelen en blogposts van Legalance bieden algemene informatie en zijn niet bedoeld als advies. Er is niet beoogd volledigheid over een bepaald leerstuk na te streven . Ook kande informatie verouderd, onvolledig en/of onjuist zijn door wijzigingen in wet- en regelgeving, nieuwe rechtspraak of andere ontwikkelingen. Aan de hier aangeboden informatie kunnen dan ook geen rechten worden ontleend. De auteur daarvan kan niet aansprakelijk worden gehouden voor de gevolgen van het gebruik, op welke wijze dan ook, van deze informatie.
Welkom bij Legalance. Ik ben Anneke, jurist voor ondernemers en particulieren. Ook werk ik als freelance-jurist* of teken ik voor legal design. Hier vind je artikelen en blogposts op het gebied van bestuursrecht, erfgoedrecht (incl. werelderfgoed), horecarecht, ICT-recht, intellectueel eigendomsrecht, kunstrecht, mededingingsrecht, mensenrechten, omgevingsrecht, privaatrecht, privacy en verwerking persoonsgegevens (AVG), (goederen) vervoersrecht en veterinair recht (multidisciplinair).
Ben je niet op zoek naar een advocaat, maar wel naar de juridische oplossing, vraagbaak of ondersteuning die bij jou, je bedrijf of organisatie past? Laten we eens kennismaken.
*Jurist of paralegal vanuit Spijkenisse, vanaf Voorne-Putten (bij Rotterdam).